VOLKSTUINVERENIGING "EMICLAER" Gevestigd te AMERSFOORT
HUISHOUDELIJK REGLEMENT d.d. 12 April 2023

Art. 1.1 Het doel en de middelen daartoe zijn omschreven in artikel 3 van de statuten.

Art. 2.1 Tot lid van de vereniging kan een ieder worden toegelaten, die het doel van de vereniging onder-schrijft. Over toelating van eens geroyeerde leden beslist het bestuur.
Het lid accepteert tevens het vermelde in de statuten en in het huishoudelijk reglement.
Elk lid ontvangt een exemplaar van het Huishoudelijk Reglement.
Een kopie van de statuten is op te vragen bij het dagelijks bestuur. Tevens ligt er een kopie van de statuten, ter inzage, in het verenigingsgebouw.
Art. 2.2 De vereniging bestaat uit leden, die huurder zijn van een tuin van de vereniging, ereleden, welke wel of niet meer een huurder zijn van een tuin en aspirant-leden welke op de wachtlijst staan.
Alle leden hebben stemrecht tijdens de algemene ledenvergadering. (A.L.V.)
Aspirant-leden welke op de wachtlijst staan hebben geen stemrecht.
Art. 2.3 Een lid-tuinder is degene aan wie een tuin in huur is toegewezen, welke door deze is geaccepteerd en waarvoor deze binnen de daarvoor gestelde tijd de door het bestuur vastgestelde huursom heeft betaald.
Art. 2.4 Zij, die lid wensen te worden van de vereniging kunnen dit schriftelijk of telefonisch kenbaar maken bij het bestuur van de vereniging.
Art. 2.5 Het lidmaatschap kan ingaan, wanneer de desbetreffende aanvraag door het bestuur is behandeld en goedgekeurd.
Art. 2.6 Een goedgekeurde aanvraag wordt bevestigd door een formulier, welke is ondertekend door de aanvrager en een bestuurslid. Dit formulier wordt in tweevoud naar aanvrager verzonden ter ondertekening, waarvan één exemplaar voor aanvrager is en één voor de vereniging.
Art. 2.7 Het lidmaatschap is pas definitief als de verschuldigde contributie betaald is bij de penningmeester.
Art. 2.8 Van leden voor wie nog geen tuin beschikbaar is, wordt een lijst aangelegd in volgorde van betaling. Dit zijn dan wachtlijstleden (aspirant-lid).
Art. 2.9 Gedurende de periode tussen aanmelding van het lidmaatschap en betaling van de verschuldigde contributie bij de penningmeester tot aan het daadwerkelijk toewijzen van een tuin, is men aspirant lid.
Art. 2.10 Leden op de wachtlijst betalen een door de A.L.V. vastgestelde, gereduceerde, jaarlijkse contributie. Deze contributie dient gelijktijdig met het inschrijfgeld te worden voldaan.
Art. 2.11 Indien een persoon na 31 augustus van het lopende jaar wachtlijst lid wordt, wordt hij geacht de contributie als wachtlijst lid voor het volgend jaar te hebben betaald.
Art. 2.12 Elk lid dient zich tegenover medetuinders respectvol te gedragen. Indien dit niet geschiedt, zal dit bij het bestuur gemeld worden en kunnen er sancties volgen.
Art. 2.13 Elk lid dient zich te houden zich te houden aan het gestelde in zowel de statuten als het huishoudelijk reglement. Indien een lid zich hier niet aan houdt, zal het bestuur maatregelen nemen en in het uiterste geval het lidmaatschap opzeggen.
Art. 2.14 Op voorstel van het bestuur kan de A.L.V een lid-tuinder, welke zich voor de vereniging zeer verdienstelijk heeft gemaakt, benoemen tot erelid van de vereniging.
Art. 2.15 Ereleden zijn voor een deel vrijgesteld van betaling van de contributie. Ereleden betalen alleen de huur van de tuin.
Art. 2.16 Aspirantleden tekenen bij aanvaarding van de tuin een tijdelijk contract van 1 jaar. Indien gedurende dat jaar het betreffend lid zich niet aan de regels van de vereniging houdt – dit ter beoordeling van TC en Bestuur -, dan kan dat lid worden geroyeerd als lid van de vereniging. In alle andere gevallen gaat het contract na dit eerste jaar stilzwijgend over in een vast contract.
Art. 2.17 Leden hebben recht tot het bijwonen van de bijeenkomsten in verenigingsverband.
Art. 2.18 Leden en/of hun gezinsleden (deze zijn niet zelf lid) hebben toegang tot het tuincomplex.
Art. 2.19 Beëindiging van het lidmaatschap (inclusief royement) is qua procedure geregeld in art. 7 van de statuten.

Art. 3.1 De contributie bestaat uit:
a. Verenigingscontributie
b. Tuinhuur.
Art. 3.2 Het verenigingsjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Art. 3.3 Indien een lid een tuin vóór 1 mei van het lopende verenigingsjaar krijgt, dient de volle contributie te worden betaald. Indien een lid na 30 april een tuin toegewezen krijgt is 60% van de volledige contributie verschuldigd.
Art. 3.4 Indien een lid na 31 augustus van het lopende verenigingsjaar een tuin toegewezen krijgt vervalt de betaling van de contributie tot de eerstvolgende betaling voor het nieuwe verenigingsjaar.
Art. 3.5 Het inschrijfgeld en verenigingscontributie wordt op voorstel van het bestuur jaarlijks vastgesteld op de A.L.V.

Art. 4.1 Voor de samenstelling van het bestuur gelden de regels, vervat in art. 11 van de statuten, alsmede hetgeen in dit huishoudelijk reglement is gesteld.
Art. 4.2 Het bestuur heeft een beleidsmandaat voor de tijd van minimaal twee en maximaal vier achtereenvolgende jaren.
Elk verenigingsjaar worden de bestuursfuncties verdeeld binnen en door het bestuur in de eerste bestuursvergadering na de A.L.V. waarin de bestuursverkiezing is geweest; de nieuwe samenstelling zal aan alle leden medegedeeld worden.
Het bestuur stelt een rooster van aftreden op.
Rooster van aftreden:
Even jaren:                    Oneven jaren:
A. Secretaris,                 A. Voorzitter,
B. 2 Bestuursleden       B. Penningmeester,
                                         C. 2 Bestuursleden.
Art. 4.3 Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar.
Art. 4.4 Van het dagelijks bestuur dienen tenminste twee bestuursleden daadwerkelijk een tuin op het complex te huren
Art. 4.5 Leden, m.u.v. aspirant-, geschorste en geroyeerde leden, kunnen zich opgeven als kandidaat voor een bestuursfunctie of daarvoor kandidaat worden gesteld.
Art. 4.6 Deze kandidaatstelling dient schriftelijk te geschieden en te worden ingediend bij het secretariaat tot aanvangstijdstip van de A.L.V.
Zijn door bijzondere omstandigheden voor de aanvang van deze vergadering geen schriftelijke kandidaatstellingen ontvangen, dan kunnen staande de vergadering alsnog mondeling kandidaten aangemeld worden.
Art. 4.7 Het dagelijks bestuur van de vereniging bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester, zijnde drie afzonderlijke personen.
Art. 4.8 Aan het bestuur is het beheer van de vereniging opgedragen. Dit beheer omvat onder andere:
                        1. De algemene zaken betreffende de vereniging
                        2. De tuinen exploitatie (huur en verhuur v/d tuinen)
                        3. De collectieve voorzieningen op het complex.
Art. 4.9 Het bestuur ziet toe op het onderhoud van de bezittingen.
Art. 4.10 Het bestuur is verantwoording verschuldigd aan de A.L.V.
Art. 4.11 Ieder bestuurslid dat zijn verplichtingen of taken niet nakomt of handelt in strijd met de statuten of
in dit reglement bepaalde, kan door het bestuur in zijn functie worden geschorst tot de eerstvolgende A.L.V. In afwachting van deze vergadering is het bestuur bevoegd alle maatregelen te nemen, die het door de ontstane situatie noodzakelijk acht.
Art. 4.12 Bestuursleden, die zijn afgetreden of zijn geschorst, zijn verplicht binnen veertien dagen na aftreden c.q. schorsing alle in hun bezit zijnde boeken, bescheiden en/of andere eigendommen van de vereniging af te geven aan het bestuur.
Art. 4.13 Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het bestuur en de A.L.V. Indien omstandigheden het dagelijks bestuur noodzaken deze besluiten niet uit te voeren of de uitvoering ervan op te schorten, dient het daarvan mededeling te doen aan de overige bestuursleden en/of aan de A.L.V.
Het dagelijks bestuur is bevoegd handelend op te treden in die gevallen, waarin het bestuur niet tijdig kan worden bijeen geroepen voor het nemen van een besluit. Hiervan dient het dan in de eerst volgende bestuursvergadering kennis te geven aan de overige bestuursleden.
Art. 4.14 De voorzitter leidt de vergaderingen. Bij zijn ontstentenis neemt de vicevoorzitter deze taak over. Hij belegt in overleg met het bestuur een Algemene Ledenvergadering zo vaak hij dit nodig acht of hiertoe verplicht wordt ingevolge art. 6 van het huishoudelijk reglement.
Art. 4.15 De secretaris voert alle correspondentie van de vereniging en houdt daarvan afschrift in het archief van de vereniging. Van alle ingekomen en uitgaande stukken geeft hij kennis aan de overige bestuursleden op de bestuursvergaderingen.
Art. 4.16 De penningmeester is namens het bestuur belast met het beheer van de geldelijke eigendommen van de vereniging en houdt daartoe boek van alle inkomsten en uitgaven van de vereniging.
Alle ontvangsten en uitgaven dienen te zijn gedekt door de daarop betrekking hebbende bescheiden en rekeningen.
De penningmeester verleent eenmaal per jaar aan de kascommissie toegang tot de door hem gevoerde verenigingsboekhouding.
Jaarlijks brengt de penningmeester een schriftelijk financieel verslag uit over het afgelopen boekjaar en dient een ontwerpbegroting in voor het komende jaar.
Decharge over het afgelopen boekjaar wordt het bestuur verleend op voordracht van de kascommissie door de A.L.V.
Art. 4.17 Het dagelijks beheer berust bij het dagelijks bestuur, dat daarbij verantwoording verschuldigd is aan het bestuur.
Dit beheer omvat onder andere:
1. Het toezien op de naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement.
2. Het opstellen en bij het bestuur indienen van een begroting.
3. Het bijhouden ledenlijst inclusief de wachtlijstleden.
4. Het toewijzen van tuinen aan wachtlijstleden.
Art 4.18 In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Art. 5.1 Bestuursvergaderingen worden door de voorzitter uitgeschreven, zo vaak als hij dit noodzakelijk of gewenst acht, doch met een minimum van drie per jaar. Aan deze bestuursvergaderingen nemen naast het voltallig bestuur ook de tuincommissie deel, tenzij door de voorzitter bij het uitschrijven van de vergadering anders wordt bepaald.
Art. 5.2 Bestuursbesluiten worden genomen met een meerderheid van stemmen. Bij het staken der stemmen heeft de voorzitter de beslissende stem.
Art. 5.3 Van deze vergaderingen worden door de secretaris notulen gemaakt, welke de volgende vergadering ter goedkeuring worden aangeboden.

Art. 6.1 Tenminste éénmaal per jaar wordt een Algemene leden- vergadering gehouden en wel vóór juni van elk verenigingsjaar.
Art. 6.2 Tenminste zeven dagen voor de vergadering dienen de leden in het bezit te worden gesteld van de convocatie (inclusief agenda) voor deze vergadering;
Art. 6.3 Voor de eerste A.L.V. in een nieuw verenigingsjaar gelden onder andere de volgende verplichte
agenda punten:
1. Opening door de voorzitter
2. Vaststellen van de agenda
3. Vaststellen notulen van de vorige A.L.V.
4. Vermelding van ingekomen stukken
5. Jaarverslag van de secretaris (ter goedkeuring)
6. Verslag kascommissie
7. Jaarverslag penningmeester (ter goedkeuring)
8. Indiening ontwerpbegroting (ter bespreking en ter goedkeuring)
9. Verkiezingen bestuursleden
10. Verkiezing leden kascommissie
11. Behandeling van eventuele ingediende voorstellen
12. Rondvraag
13. Sluiting.
Art. 6.4 Leden hebben het recht onderwerpen en voorstellen aan de agenda toe te voegen, mits zij dit schriftelijk hebben gedaan en dit is voorzien van de nodige toelichting. Deze voorstellen moeten tenminste drie dagen voor de te houden vergadering in het bezit van de secretaris gesteld zijn.
Art. 6.5 Ieder ter vergadering komend stemgerechtigd lid dient de presentielijst te tekenen en tevens zijn naam leesbaar te vermelden.
Art. 6.6 In deze vergadering zullen in de eerste ronde de schriftelijk ingediende vragen behandeld worden. In de tweede ronde kan hierop gereageerd worden. Een lid mag slechts het woord voeren, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend, hetgeen deze doet in de volgorde waarin hem het woord is gevraagd. Van deze volgorde wordt alleen afgeweken indien een lid het woord vraagt om een motie aan de orde te stellen, betreffende het in behandeling zijnde voorstel of onderwerp, dan wel over de vaststelling van een vraagpunt. Het lid, waaraan het woord is verleend, is verplicht zich aan het onderwerp van beraadslaging te houden. Wijkt hij daarvan af, dan kan de voorzitter hem tot de orde roepen. Wijkt hij ten tweede malen van het onderwerp af, dan kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
Art. 6.7 Maakt een lid zich bij herhaling schuldig aan verstoring van de orde in de vergadering, dan kan de A.L.V., op voorstel van de voorzitter, besluiten dit lid de verdere aanwezigheid in deze vergadering te ontzeggen.
Art. 6.8 Besluiten worden genomen met een meerderheid als bedoeld in art. 18 lid 3 van de statuten.
Art. 6.9 Het stemmen over personen geschiedt schriftelijk. Schriftelijke stemmen kunnen op de vergadering ter plaatse worden uitgebracht of vooraf digitaal aan het bestuur kenbaar gemaakt.
Het stemmen over zaken geschiedt d.m.v. hand opsteken.
Art. 6.10 Elk lid kan cfm statutair artikel 15 lid 3 maar 1 stem uitbrengen. Dit kan ter plekke van de vergadering of vooraf digitaal. Digitaal stemmen en de uitgebrachte stemmen dienen aan een aantal voorwaarden te voldoen:
1. Het besluit tot digitaal stemmen en de wijze waarop ligt bij het bestuur.
2. Bij de aankondiging van de vergadering moeten de leden weten waarop men digitaal mag en kan stemmen.
3. Een digitale stem dient minimaal 2 uur voor aanvang van de vergadering in het bezit van het bestuur te zijn
4. Digitaal stemmen kan alleen over een ja / nee of een voor / tegen stemming gaan.
5. Het lid moet bekend zijn bij het bestuur als lid
6. Het mailadres waarmee de digitale stem wordt ingebracht bij het bestuur is bekend en is opgenomen in de ledenadministratie
7. Een digitale stem dient voorzien te zijn van een handtekening / waarmerk van het betreffend lid.
Art. 6.11 Verkiezingen van een functionaris voor wie geen tegenkandidaten zijn gesteld, kan met algemene instemming geschieden.
Art. 6.12 Indien bij een eerste stemming de stemmen staken, dient een tweede stemming te geschieden. Als dan nog steeds de stemmen staken, dan volgt de procedure omschreven in art. 18 lid 4 van de statuten.
Art. 6.13 Onjuist of onleesbare stembriefjes zijn ongeldig.

Art. 7.1 Ieder lid dient voor 1 december van elk verenigingsjaar te voldoen aan zijn (o.a. uit de art. 3.1 t/m 3.4 voortvloeiende) financiële verplichtingen voor het eerst volgende verenigingsjaar.
Art. 7.2 Een lid dat op 1 december niet aan die verplichtingen heeft voldaan, ontvangt een aanmaning, welke binnen 14 dagen dient te worden voldaan.
Art. 7.3 Is op 31 december van dat lid nog geen betaling ontvangen, dan verliest dit lid automatisch zijn lidmaatschap van de vereniging en alle aan dit lidmaatschap verbonden rechten.
Art. 7.4 Een aldus uitgetreden lid is verplicht binnen veertien dagen zijn persoonlijke eigendommen te verwijderen van het voordien door hem gehuurde tuinperceel. Doet hij dat niet binnen de gestelde termijn, dan is het bestuur gerechtigd dit te doen op kosten van het geroyeerde lid.
Art. 7.5 Uitgetreden leden zijn verplicht binnen veertien dagen de verenigingseigendommen via het dagelijks bestuur te retourneren.

Art. 8.1 De bij de vereniging in verhuur zijnde gronden worden aan de leden van de vereniging verhuurd in afzonderlijke percelen van normaliter ongeveer 75, 100,  150 en 200 m² per gezin (economische eenheid).
Art. 8.2 Per gezin (economische eenheid) wordt slechts één perceel verhuurd. Onderverhuur is verboden.
Art. 8.3 De huur van een perceel wordt betaald voor een periode van 1 januari t/m 31 december.
Art. 8.4 Bij nakomen van de financiële verplichtingen wordt het lidmaatschap stilzwijgend van jaar tot jaar verlengd.
Art. 8.5 Opzegging van de huur door een lid dient vóór 1 december schriftelijk bij het secretariaat te geschieden.
Art. 8.6 Voor een aldus uitgetreden lid geldt hetzelfde als gesteld in art. 7 lid 4 van het huishoudelijk reglement.
Art. 8.7 De percelen worden uitsluitend verhuurd aan natuurlijke personen. Voor toewijzing van vrijkomende tuinen komen de wachtlijstleden in aanmerking, en wel in volgorde van de wachtlijst.
Art. 8.8 De leden zijn verplicht de langs hun percelen gelegen paden vrij te houden van onkruid, afval en hinderlijke begroeiing. Ook zijn zij verplicht de aan hun percelen grenzende heg twee maal per jaar, vóór 15 juni en 15 oktober te snoeien.
Art. 8.9 De leden hebben over de door hen gehuurde percelen de beschikking, behoudens binnen het kader door de overheid en bestuur gestelde beperkingen, en zijn verplicht de gehuurde percelen binnen de grenzen van redelijkheid en conform het gestelde in het huishoudelijk reglement, goed te onderhouden.
Art. 8.10 De door het bestuur vastgestelde begrenzingen van de tuinpercelen mogen niet worden verwijderd of gewijzigd.
Art. 8.11 De maximale hoogte van bomen en struiken bedraagt vanaf 15 november (winter klaar maken
tuin) maximaal 2 meter.
Op de scheiding van tuinen mogen GEEN bomen of struiken geplaatst worden.
Op opnieuw uitgegeven tuinen mogen GEEN hoogstam fruitbomen geplaatst worden. De vorige eigenaar dient de hoogstamfruitboom te verwijderen. Toegestaan zijn alleen laagstam fruitbomen
Art. 8.12 Tuinhuisjes zijn verboden en ALLE hoogbouw (dus ook kasjes) dienen uiterlijk 15 november
omlaag gehaald te zijn. Van Kasjes mag het raamwerk blijven staan, alle kunststofbekleding dient te worden verwijderd. Een kas mag maximaal 2,0 m hoog zijn. Per tuin mag maximaal 6 m2 met een kas bedekt zijn. Kassen moeten van degelijk materiaal zijn en dusdanig verankerd worden, zodat ze niet weggeblazen kunnen worden. Overige hoogbouw mag ook  maximaal 2,0 m hoog zijn.
De maximale afmetingen van de gereedschapskist zijn 200x70x70 cm. De gereedschapskisten dienen in een goede staat te zijn en afsluitbaar. Met het oog op de veiligheid moet gereedschap opgeborgen zijn in de kist en mag niet rondslingeren.
Art. 8.13 Het is niet toegestaan materialen, kisten e.d. tegen de heg te plaatsen. Langs de heg dient minimaal een strook van 50 cm vrijgehouden te worden. E.e.a. in verband met onderhoud aan heg en afrastering
Art. 8.14 Huisdieren zijn op het complex niet toegestaan.
Art. 8.15 Het is verboden de tuin met behulp van een slang, aangesloten op het aftappunt (kraan), de tuin te besproeien, wel om een waterton te vullen. Iemand met een gieter heeft voorrang op iemand met een slang.
Art. 8.16 Ontvreemden van goederen of gewassen van medeleden leidt tot royement.
Art. 8.17 Bij vernieling wordt de schade verhaald op de verantwoordelijke personen.
Art. 8.18 Van alle leden wordt verwacht, dat ze de regels der vereniging naleven en op het complex zo min mogelijk hinder en/of overlast aan de mede tuinleden zullen bezorgen. Dit geldt ook voor hun
gezinsleden of bezoek.
Art. 8.19 Tuinleden, welke door het bestuur zijn uitgenodigd voor algemene werkzaamheden, zijn verplicht
aan deze uitnodiging gevolg te geven. Het onttrekken aan deze verplichting, zonder opgave van redenen, leidt tot een uitnodiging bij de volgende werkzaamheid. Vanaf 75 jaar kunnen tuinleden bij de TC vrijstelling aanvragen voor meedoen met werkzaamheden (algemene werkzaamheden en hand- en spandiensten).
Art. 8.20 Bij niet nakomen van het gestelde in art. 8.19 van het huishoudelijk reglement is het bestuur bevoegd om een sanctie aan het/de desbetreffende tuinlid (leden) op te leggen.(Voor mogelijke sancties, zie art. 7.6 van de statuten.)
Art. 8.21 Het bestuur geeft jaarlijks aan waar de aardappelen geteeld mogen worden. Het is verboden van dit advies af te wijken.
Art. 8.22 Mechanische muziek in het openbaar is niet toegestaan.
Art. 8.23 Oneigenlijk gebruik van de tuin, in strijd met enige wetgeving, is niet toegestaan.
Art. 8.24 In bijzondere omstandigheden en na voorafgaande toestemming van het bestuur, kan voor een bepaalde periode, leden worden toegestaan om een gedeelte van de kavel aan een persoon in gebruik te geven. De aanvraag dient schriftelijk bij het bestuur te geschieden en de toestemming wordt uitsluitend schriftelijk verleend.
Art. 8.25 Het tuinlid blijft de verantwoordelijkheid over de gehele kavel houden.
Art. 8.26 De huur wordt over de gehele kavel aan het tuinlid berekend.
Art. 8.27 Bij beëindiging van het lidmaatschap dient het tuinlid zorg te dragen voor het correct opleveren van de gehele tuin. Daaronder wordt verstaan: * Vrij van onkruid, * Alle materialen (b.v. kist, kweekkas enz.) dienen van de tuin verwijderd te zijn. Het pad dient vrij te zijn van onkruid, de haag dient gesnoeid te zijn, hoogstam moet eraf en andere struiken en bomen mogen alleen blijven staan met toestemming van de nieuwe huurder. De tuincommissie bepaalt of de tuin schoon opgeleverd is.
Art. 8.28 Nieuwe leden betalen een, door de A.L.V. vastgestelde borg voor hun tuin en sleutel. Indien een lid, dat borg heeft betaald, zijn tuin opzegt, zal die borg worden terug gestort, wanneer -na het oordeel van het bestuur- de gehele kavel schoon opgeleverd is.
Toelichting: Indien de borg niet wordt terug betaald, kan dit gebruikt worden om de vuile tuin schoon te (laten) maken.
Art. 8.29 Om de grond van de percelen in een zo optimale toestand te krijgen en/of te houden is de huurder van een perceel gehouden tenminste één maal per twee jaar het door hem gehuurde perceel van organische materiaal te voorzien, in de vorm van organische mest of compost.
Art. 8.30 De tuinleden dragen er zorg voor dat hun tuin op 15 april zaai gereed en op 15 november winterklaar is.
Zaai gereed: Tuin is omgespit / onkruidvrij en eventuele mest en kalk is verspreid over de tuin.
Daarnaast is alle wintergroente verwijderd.
Winterklaar: Stokken, tijdelijke hoogbouw, en dergelijke naar beneden, tevens dienen alle
struiken en bomen gesnoeid te zijn, alle overige planten en begroeiing dienen verwijderd te zijn.
Uitzondering hierop zijn winterbestendige groente, zoals b.v. prei, koolsoorten en wortelen).
Art. 8.31 Het gebruik van bestrijdingsmiddelen (mits milieuvriendelijk)op eigen tuin is alleen toegestaan,
wanneer rekening wordt gehouden met de windrichting en -kracht. De buren mogen er geen last van ondervinden.
ROUND UP is NIET toegestaan!!
Art 8.32 Elke tuin dient te beschikken over één composthoop of compostbak. Deze compostbak dient
achterin de tuin te staan en mag geen overlast veroorzaken. Alle organisch afval van de tuin dient zelf gecomposteerd te worden of men neemt het tuinafval mee naar huis.  Let op: in verband met phytoftera moet aardappelloof en tomatenloof afgevoerd worden van de tuin.
Art. 8.33 Indien de aanhangwagen aanwezig is mag men hiervan gebruik maken: Op de wagen mag alleen het volgende tuinafval gedeponeerd worden:  aardappel-, tomatenloof, grove takken en snoeisel van de haag. Takken en koolstronken netjes bundelen. Indien men zich hier niet aanhoud, zal men officieel gewaarschuwd worden Bij herhaling zal door het bestuur sacties worden opgelegd. De aanhangwagen wordt gebruikt voor twee keer per jaar het snoeiafval van de heg. Het bestuur geeft aan wanneer dit is. De aanhangwagen kan ook door tuinleden gehuurd worden.
Art 8.34 Afscheidingen tussen de tuinen mogen maximaal 70 cm hoog zijn en bestaan uit gaaswerk met palen of roestvrij draad met palen. Ook een gezamenlijk pad, mits betegeld kan als afscheiding dienen. Een harde omheining aan de hoofdpaden is NIET toegestaan.
Art 8.35 Alle tuinen dienen goed met een kruiwagen bereikbaar te zijn. De leden dienen er zorg voor te dragen dat naastgelegen tuinen bereikbaar zijn en dragen zorg voor de desbetreffende paden. Alle paden (uitgezonderd de grote hoofdpaden) dienen minimaal 60 cm (twee tegels) breed te zijn en moeten vrij worden gehouden van begroeiing.
Art 8.36 De leden zijn verplicht om de gewassen welke zij op hun tuinperseel verbouwen dusdanig in het gareel te houden, dat deze geen overlast kunnen veroorzaken voor aangrenzende percelen. Hierbij moet ook gedacht worden aan gewassen of beplanting die zich door wortelstokken danwel zaadverspreiding ongecontroleerd kunnen verspreiden. Onkruid zoals knopkruid, zevenblad, kweekgras, paardenbloem, stinkende gouwe en heermoes moet verwijderd worden om uitzaaing te voorkomen.
Art 8.37 Op de tuin mogen alleen materialen gebruikt cq opgeslagen worden, welke specifiek gebruikt worden om te kunnen tuinieren. Materiaal dat niet gebruikt wordt, dient keurig te worden opgeslagen achter in de tuin of afgevoerd te worden. Bijvoorbeeld plastic emmers en verrot hout.
Art 8.38 De kraan en heksleutels dient van een bestuurslid betrokken te worden.
Vernieling van de kraan kan tot royement leiden.
Art. 8.39 Het hoofdpad moet regelmatig onderhouden worden. Dit betreft losmaken en onkruid verwijderen. Voor de veiligheid moet het egaal blijven en mag er niet met een aanhanger over gereden worden.

Art. 9.1 Door de A.L.V. worden tenminste 2 en maximaal 3 leden gekozen, die de Tuincommissie vormen.
Art. 9.2 De taak van de Tuincommissie bestaat uit het controleren van het onderhoud en gebruik van de tuinen op het naleven van de in dit huishoudelijk reglement aangegeven richtlijnen. Hiertoe heeft zij mandaat vanuit het bestuur en spreekt zij ook richting de leden namens het bestuur voor zover dat betrekking heeft op het tuincomplex.
De tuincommissie heeft altijd toegang tot alle tuinen. Ze mag niet belemmerd worden bij de
uitvoering van haar taak. Een tuin omgeven door hekwerk met een afgesloten toegangshek is niet toegestaan.
Art 9.3 De Tuincommissie draagt tevens zorg voor het organiseren van de algemene werkzaamheden dagen ( maximaal 3 x per jaar) “De data en de leden die hiervoor uitgenodigd worden, worden aan het begin van het verenigingsjaar bekend gemaakt middels een publicatie in het verenigingsblaadje “het Emiclaertje 14 dagen voorafgaand zal nog een herinnerings mailtje worden verzonden (zie ook Art 8.19).
Art 9.4 Vooraf aan het nieuwe verenigingsjaar maakt de Tuincommissie de data waarop zij de tuincontroles zal uitvoeren bij benadering (afwijking maximaal 2 weken) bekent middels het verenigingsblaadje “het Emiclaertje. De Tuincommissie controleert minimaal 4 keer per jaar. Indien bij een controle gebreken worden geconstateerd zal hierover contact worden opgenomen met het desbetreffende lid.
Art. 9.5 De communicatie tussen de Tuincommissie en de leden is nader omschreven in het Communicatieplan van de vereniging.

Dit huishoudelijk reglement is goedgekeurd ter vergadering op negentienhonderdachtentachtig, laatstelijk gewijzigd bij vergadering op 12 april 2023